DictionaryForumContacts

Morphology analysis
afhalen (176) | Adjective
afhalen
afhalene
afhalener
afhaleners
afhalenere
afhalenst
afhalenste
afhalenen
afhalen (48) | Verb
1 afhalen
2 afhalend
3 geafhaald
4 afhaal
5 afhaalt
6 afhaalt
7 afhalen
8 afhalen
9 afhalen
10 geafhaald
11 geafhaald
12 geafhaald
13 geafhaald
14 geafhaald
15 geafhaald
16 afhaalde
17 afhaalde
18 afhaalde
19 afhaalden
20 afhaalden
21 afhaalden
22 geafhaald
23 geafhaald
24 geafhaald
25 geafhaald
26 geafhaald
27 geafhaald
28 afhalen
29 afhalen
30 afhalen
31 afhalen
32 afhalen
33 afhalen
34 geafhaald
35 geafhaald
36 geafhaald
37 geafhaald
38 geafhaald
39 geafhaald
40 afhalen
41 afhalen
42 afhalen
43 afhalen
44 afhalen
45 afhalen
46 geafhaald
47 geafhaald
48 geafhaald
49 geafhaald
50 geafhaald
51 geafhaald
52 afhaal
afhalen (41) | Verb
1 afhalen
2 afhalend
3 afgehaald
4 af
5 af
6 af
7 af
8 af
9 af
10 afgehaald
11 afgehaald
12 afgehaald
13 afgehaald
14 afgehaald
15 afgehaald
16 af
17 af
18 af
19 af
20 af
21 af
22 afgehaald
23 afgehaald
24 afgehaald
25 afgehaald
26 afgehaald
27 afgehaald
28 afhalen
29 afhalen
30 afhalen
31 afhalen
32 afhalen
33 afhalen
34 afgehaald
35 afgehaald
36 afgehaald
37 afgehaald
38 afgehaald
39 afgehaald
40 afhalen
41 afhalen
42 afhalen
43 afhalen
44 afhalen
45 afhalen
46 afgehaald
47 afgehaald
48 afgehaald
49 afgehaald
50 afgehaald
51 afgehaald
52 af