DictionaryForumContacts

Morphology analysis
afzonderen (19) | Verb
1 afzonderen
2 afzonderend
3 afgezonderd
4 af
5 af
6 af
7 af
8 af
9 af
10 afgezonderd
11 afgezonderd
12 afgezonderd
13 afgezonderd
14 afgezonderd
15 afgezonderd
16 af
17 af
18 af
19 af
20 af
21 af
22 afgezonderd
23 afgezonderd
24 afgezonderd
25 afgezonderd
26 afgezonderd
27 afgezonderd
28 afzonderen
29 afzonderen
30 afzonderen
31 afzonderen
32 afzonderen
33 afzonderen
34 afgezonderd
35 afgezonderd
36 afgezonderd
37 afgezonderd
38 afgezonderd
39 afgezonderd
40 afzonderen
41 afzonderen
42 afzonderen
43 afzonderen
44 afzonderen
45 afzonderen
46 afgezonderd
47 afgezonderd
48 afgezonderd
49 afgezonderd
50 afgezonderd
51 afgezonderd
52 af